Voor een (langdurig) financieringstekort dient de gemeente geld te lenen. Voordat we daartoe over gaan benutten we eerst de wettelijk toegestane ruimte binnen de kasgeldlimiet. Zie voor verdere toelichting hierover het onderdeel risicobeheersing . Het verloop van de leningenportefeuille is in onderstaande tabel weergegeven.
Leningmutaties | ||||
---|---|---|---|---|
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Schulden lang 1-1 | 239.867 | 252.148 | 248.021 | 217.857 |
Aflossingen | 3.919 | 4.127 | 30.164 | 4.202 |
Nieuwe leningen | 16.200 | - | - | - |
Schulden lang 31-12 | 252.148 | 248.021 | 217.857 | 213.655 |
Schulden kort (kasgeldleningen) | - | - | 30.000 | 45.000 |
In 2026 verwachten wij een bedrag van ruim 16 miljoen aan te trekken voor het casco Dordthuis. In ons voorstel van 2023 gaven wij aan dat omslagrente zou worden gehanteerd. Er is gekozen voor een zuivere projectfinanciering; voor het hele casco. De inventaris ervan wordt wél betrokken in de gemeentelijke totaalfinanciering.
De werkelijke leenbehoefte en de rentekosten wijken in de praktijk echter altijd af van de ramingen. Zo is het werkelijke investeringstempo, met name bij de grondexploitaties, maar ook bij de investeringen die in het autorisatieoverzicht investeringen zijn opgenomen, van belang en hebben nieuwe beleidskeuzes en bijvoorbeeld wijzigingen in het Gemeentefonds/specifieke uitkeringen effect op de werkelijke leenbehoefte. Ook het moeten doorschuiven van begrote ontvangstmomenten vastgoed/grond is van invloed. Overigens geldt dat ook voor de begrote rentebaten.