Home

Paragrafen

Kerncijfers
Het areaal bestaat uit riolen, persleidingen, duikers, pompinstallaties en drukrioleringsinstallaties. Onderstaande tabel geeft hiervan de lengtes en aantallen weer.

Soort riolering

Riolen

675

km

Persleidingen

56

km

Duikers (verbindingen tussen vijvers)

18,6

km

Drukrioleringsinstallaties

261

st.

Pompinstallaties

146

st.

Centrale voedingskasten

67

st.

Kwaliteitsniveau
Bij het beheer van riolering maken we onderscheid tussen klein en groot onderhoud. Klein onderhoud bestaat uit het periodiek reinigen van riolen, gemiddeld eens per 15 à 20 jaar, en het uitvoeren van eventuele reparaties. Deze reiniging gebeurt onder hoge druk en wordt vaak gecombineerd met een camera-inspectie. Riolen die sneller vervuilen worden vaker gereinigd, om vervuiling van het oppervlaktewater en verstoppingen te voorkomen. Bij zware regenval loost de riolering deels op open water, waardoor vuil in het oppervlaktewater kan terechtkomen. Periodieke reiniging helpt deze vervuiling te beperken.

Inspectie van riolen gebeurt met verschillende frequenties, afhankelijk van de functie, leeftijd en locatie. Riolen met een hogere risico-inschatting worden vaker geïnspecteerd. De inspectiestrategie is gericht op het voorkomen van onaanvaardbare milieu- en veiligheidsrisico’s. Storingen aan pompinstallaties worden beoordeeld op basis van hun locatie en functie binnen het rioolstelsel. De afhandeling van storingen – direct of gepland – hangt af van de ernst van de risico’s.

Groot onderhoud aan riolen vindt gemiddeld eens per 60 jaar plaats. Dit kan bestaan uit vervanging of reparatie van binnenuit (relining), mits technisch mogelijk. Riolen worden niet vervangen op basis van leeftijd, maar op basis van kwaliteit. Een oud riool hoeft niet per definitie slecht te zijn, en een nieuw riool niet per definitie goed. Waar mogelijk worden werkzaamheden gekoppeld aan andere noodzakelijke ingrepen in de openbare ruimte. Relining kan een kostenefficiënte en minder overlast veroorzakende oplossing zijn.

Ook de pompinstallaties vormen een essentieel onderdeel van het rioolstelsel. Deze worden onderhouden volgens de principes van assetmanagement, waarbij gestreefd wordt naar optimale beschikbaarheid en prestaties met aanvaardbare risico’s en kosten. Dit geldt zowel voor regulier onderhoud als voor het afhandelen van storingen.

Een belangrijke uitdaging is het beperken van wateroverlast bij extreme neerslag. Wanneer de riolering het regenwater niet meer kan verwerken, blijft het tijdelijk op straat staan. Bovengrondse maatregelen zijn vaak nodig om te voorkomen dat dit water overlast veroorzaakt. Soms kunnen ondergrondse maatregelen helpen, maar meestal is een andere inrichting van de openbare ruimte nodig. In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is daarom aandacht voor klimaatadaptieve maatregelen. Het correct functioneren van het rioolstelsel is cruciaal om wateroverlast te voorkomen. Dit wordt gecontroleerd door middel van metingen.

Actualiteit beheerplannen
Gemeenten hebben op grond van de Wet milieubeheer een zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater en op grond van de Waterwet een zorgplicht voor hemelwater en een zorgplicht voor grondwater. De wet 'Verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken' schrijft gemeenten voor te beschikken over een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Het GRP 2021-2025 loopt ten einde.

Ter voorbereiding op de nieuwe periode wordt gewerkt aan het Water- en Rioleringsplan 2026–2030. Dit nieuwe beleidsplan moet uiterlijk op 1 januari 2026 zijn vastgesteld door de raad. Vast staat dat de rioolheffing in de komende planperiode zal toenemen. De omvang van deze stijging is afhankelijk van de maatregelen die in het nieuwe plan worden opgenomen. Het plan omvat in ieder geval een basispakket aan maatregelen die voortvloeien uit de wettelijke zorgplicht voor het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater. Aanvullende klimaatmaatregelen kunnen worden overwogen, mits zij aantoonbaar bijdragen aan een doelmatige en toekomstbestendige waterhuishouding. Deze maatregelen zijn facultatief en hebben invloed op de financiële consequenties voor inwoners.

Financiën

Bedragen x € 1.000

Onderhoudslasten riolering

Begroot 2026

Groot onderhoud/planmatig

18.457

Regulier onderhoud

3.066

Wat gaan we doen in 2026?

  1. Reinigen en inspecteren van riolering (20 km).
  2. Vervangen riolering Minnaertweg (2.960 m).
  3. Vervangen riolering Prins Bernhardstraat (2.445 m).
  4. Vervangen riolering Eddingtonweg (1.840 m).
  5. Relinen riolering Waldeck Pyrmontweg (246 m).
  6. Relinen riolering Parkeerterrein Merwelanden (200 m).
  7. Relinen riolering Gevaertsweg (195 m).
  8. Preventief onderhoud en reiniging van 73 pompinstallaties.
  9. Preventief onderhoud en reiniging van 87 drukrioleringen.
  10. Start renovatie hoofdrioolgemaal.
  11. Inspectie (conform NEN3140) van 20% van de elektrische installaties.
  12. Diverse vervangingen, waaronder dakbedekking (gemaal Sterrenburg), luiken (onder andere gemaal Visbrug), leidingwerk, pompen en besturingen op meerdere locaties.
  13. Vervangen communicatiemodems op vijf locaties.
Deze pagina is gebouwd op 10/09/2025 09:49:10 met de export van 10/09/2025 08:17:00