Op basis van een periodieke risico-inventarisatie krijgen we inzicht in de aard en omvang van het risicoprofiel. Wij definiëren een risico als: een onzekere (interne of externe) gebeurtenis die het realiseren van onze doelen kan beïnvloeden. Dit betreft naast de financiële risico’s ook de niet-financiële risico’s. Risico’s met financiële effecten worden meegenomen bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit en bepalen daarbij mede de omvang van de ratio van het weerstandsvermogen.
Ter voorbereiding op de Begroting 2026 actualiseren we het laatst vastgestelde risicoprofiel, te weten dat van de Jaarstukken 2024 dat in april 2025 is opgesteld. Hiertoe doorlopen we het huidige risicoprofiel, worden de risico’s voorzien van een eigenaar, worden de beheersmaatregelen doorgenomen en vindt bespreking ervan plaats tussen de lijn en control. Bewustwording van risico’s is een belangrijke stap in het beheersen van risico’s. Daarom is het van belang regelmatig stil te staan bij de risico’s die het bereiken van de doelstellingen in de weg staan en het gesprek hierover te organiseren.
De risico’s zijn geïnventariseerd met de volgende uitgangspunten:
- risico's met een structureel gevolg worden opgenomen met een impact van maximaal 3 keer het jaarlijkse gevolg. Wij gaan ervan uit dat er in een termijn van circa 3 jaar een structurele oplossing in de begroting is gevonden voor structurele risico’s;
- de gemeente Dordrecht maakt onderscheid in risico’s voor de Stad en risico’s bij het Grondbedrijf (grondexploitatieprojecten). Alhoewel voor beide entiteiten een eigen risicoprofiel en weerstandsratio kan worden bepaald, gaat het uiteindelijk om de gezamenlijke weerstandsratio voor de gemeente als geheel ;
- ook de risico’s van de (grote) projecten zijn in de Naris-database opgenomen, voor zover deze niet al intern binnen het project beheerst worden.
In onderstaande toplijst zijn de belangrijkste risico’s van de gemeente Dordrecht (exclusief Grondbedrijf) ten tijde van het opstellen van de Begroting 2026 weergegeven.
Het hierna volgende overzicht geeft een nadere uitleg van de mogelijke risicogebeurtenissen en de beheersing ervan.
Jeugdhulp
We zien, ondanks het dempende effect van de verschillende maatregelen die we hebben genomen, een stijging in de intensiteit en complexiteit van jeugdhulptrajecten als ook een recente stijging van het aantal zorgbehoeftige jeugdigen. Daarmee stijgen de uitgaven aan jeugdhulp.
In onze meerjarenbegroting hebben we een landelijke taakstelling met betrekking tot de landelijke Hervormingsagenda Jeugd opgenomen. Het is nog niet duidelijk hoe het demissionaire kabinet Schoof uitvoering zal gaan geven aan de Hervormingsagenda. Een deel van de hervormingsmaatregelen (zoals de inzet van praktijkondersteuners GGZ bij huisartsen) hebben we als gemeente al genomen, waardoor het beoogde besparingseffect naar verwachting lager is dan landelijk wordt verwacht. Tot slot houden we ook rekening met het niet volledig realiseren van de lokaal en regionaal geraamde ombuigingen.
Beheersing
De integrale visie voor het sociaal domein vormt het gemeentelijke sturingsinstrument om ervoor te zorgen dat inwoners in de meest kwetsbare situaties hulp krijgen, nu en in de toekomst. Preventie, integraliteit en normaliseren zijn de sleutelwoorden in het sturen op de jeugdhulpuitgaven. Zo zijn we bezig om bepaalde lichte vormen van jeugdhulp om te zetten naar een algemene voorziening, breiden we het aantal praktijkondersteuners GGZ bij huisartsen uit en volgen we de landelijke ontwikkeling (als onderdeel van de landelijke Hervormingsagenda Jeugd) wat betreft het beperken van de reikwijdte van de jeugdwet.
Ook regionaal, in de regio Zuid-Holland Zuid, werken we samen om de uitgaven in de jeugdhulp te verminderen en de kwaliteit van jeugdhulp te verbeteren. Dit doen we met het Verbeterprogramma Betaalbare en Beschikbare Jeugdhulp en het meervoudig lokaal programma Werk voor de Jeugd . Een van de belangrijkste onderleggers van het programma Werk voor de Jeugd is het, door de raad vastgestelde, inkoopkader. Op dit moment worden de voorbereidingen getroffen voor (her)nieuw(d)e inkoopcontracten per 1 januari 2026 met een beperkter aantal jeugdhulpaanbieders. Daarnaast geven we, samen met de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ en de andere 9 gemeenten in de regio, uitvoering aan een strenger contractmanagement, werken we aan het toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming en werken we aan een passender jeugdhulplandschap (waaronder het bieden van alternatieven voor gesloten jeugdhulp).
Lokaal en regionaal maken we steeds slimmer gebruik van data. Inzicht in de ontwikkelingen en de oorzaken van de stijgende uitgaven zijn blijvend van belang om aan de juiste knoppen te kunnen draaien om de stijging te kunnen afvlakken en de jeugdhulp te transformeren.
Uitvoerings- en proceskosten GBD
In 2024 is, zowel landelijk als lokaal, het aantal WOZ-bezwaren beduidend minder dan over de jaren 2022 en 2023. Als mogelijke reden hiervoor zou de wetswijziging die een lagere proceskostenvergoeding aan zogenaamd No Cure No Pay (NCNP)-bedrijven uitkeert kunnen worden aangewezen. Het aantal nog lopende beroepszaken dat voortkomt uit oudere jaren is echter, door gebrek aan capaciteit bij de gerechtelijke instantie, hoog. De behandelingen van deze rechtszaken vraagt de komende periode nog extra capaciteit. In dit stadium is het bovendien nog lastig in te schatten of de daling van het aantal WOZ-bezwaren tijdelijk is of dat dit een structureel karakter heeft.
Naast de onzekerheid over de WOZ-bezwaren zien we dat in 2024 het aantal bezwaarschriften op parkeerbelasting met meer dan de helft is toegenomen. Het risico blijft bestaan dat extra middelen benodigd zijn om al deze zaken netjes af te handelen.
Vanaf met name 2026 is het financieel risico, mede als gevolg van het ontbreken van aanvullend budget voor kosten No Cure No Pay, een blijvend risico.
Beheersing
Binnen GBD zullen de ontwikkelingen van het aantal WOZ-bezwaren, beroepen en het aandeel van de NCNP bedrijven gemonitord blijven worden. Wanneer de belastingaanslagen over 2025 verstuurd zijn en de periode om bezwaar in te dienen verlopen is zal er meer duidelijkheid zijn. De resultaten van de analyse van bezwaarschriften bij parkeren geven wij mee voor aanpassing van het bestaande beleid.
Ontwikkeling aanvragen in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
Door verschillende ontwikkelingen stijgt het aantal aanvragen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Zo zien we een forse stijging van aanvragen vanaf het moment dat de Rijksoverheid de eigen bijdrage (het abonnementstarief) heeft gemaximeerd en de vermogenstoets heeft afgeschaft. Andere belangrijke ontwikkelingen zijn de dubbele vergrijzing (het aandeel ouderen én onze toegenomen levensverwachting neemt toe). Deze stijgende vraag in combinatie met personeelstekorten bij zorgaanbieders zorgt ervoor dat wachtlijsten oplopen en inwoners niet de zorg geleverd krijgen die ze nodig hebben. We zien dit vooral bij huishoudelijke ondersteuning en het collectief vervoer. Om hulp beschikbaar te houden voor inwoners die hulp en ondersteuning het hardst nodig hebben en niet vanuit hun eigen kracht kunnen organiseren wilde het demissionair kabinet Schoof de inkomensafhankelijke eigen bijdrage weer invoeren. De Tweede Kamer heeft echter de inkomensafhankelijke bijdrage als controversieel onderwerp bestempeld. De wetswijziging om dit te organiseren, wordt hierdoor ingetrokken c.q. opgeschoven naar (op zijn vroegst) 1 januari 2028. Hierdoor blijft de druk op de zorg vanuit de Wmo groot.
Beheersing
Personeelstekorten bij zorgaanbieders zetten op dit moment een rem op de hogere afname van maatwerkvoorzieningen. De Sociale Dienst Drechtsteden zoekt samen met zorgaanbieders naar mogelijke oplossingen. Verder wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van “Wmo naar de voorkant”. Waar mogelijk wordt gekeken naar de mogelijkheden van inwoners om zelf regie te voeren, gebruik te maken van hun netwerk of voorliggende vormen van ondersteuning. Hiervoor werkt de Sociale Dienst Drechtsteden samen met partners in het veld, zoals Dordrecht Sociaal. Daarnaast kunnen lokale keuzes (zie ombuigingsmaatregelen uit de Perspectiefnota 2025 en 2026) de instroom beperken. De integrale visie voor het sociaal domein, die in 2024 is vastgesteld, dient als een afwegingskader voor de inhoudelijke keuzes binnen het krapper wordende budget. Tot slot is eind 2023 een bestuursopdracht “Verkenning bijdrage van de GR Sociaal aan verminderen van de financiële problematiek gemeenten ” aan de GR Sociaal verstrekt. Met deze verkenning en uitvoering van maatregelen beogen we de stijgende lijn aan uitgaven af te vlakken en de zorg voor de meest kwetsbaren te kunnen continueren.
Planschade
Het risico van schade als gevolg van planologische maatregelen die tot een waardevermindering van onroerend goed of tot gederfde inkomsten leiden die terug te voeren zijn op de betreffende planologische maatregelen.
Beheersing
Zoveel mogelijk bij planologische ontwikkelingen rekening houden met planschade en het planschaderisico waar mogelijk afwentelen op de veroorzaker. Als planschade niet te vermijden is wordt een extern deskundige ingeschakeld en wordt namens de gemeente verweer gevoerd, waarbij met name gelet wordt op voorzienbaarheid en risico-aanvaarding aan de zijde van de planschadeverzoeker.
Nieuwe aanpak Arbeidsmarkt
HR heeft de afgelopen jaren gewerkt aan een nieuwe regionale arbeidsmarktaanpak. Bij de besluitvorming, ook over de benodigde financiering is, gezien de urgentie, afgesproken om een start te maken met het bemensen van de nieuwe functies en het in gang zetten van de nieuwe aanpak. Dit vooruitlopend op de definitieve financiering. Hierbij heeft Dordrecht aangegeven achter een instapmodel te staan waarbij de deelnemende gemeenten op eigen tempo aan kunnen haken en waarbij Dordrecht garant staat voor dekking van de kosten tot een maximaal bedrag.
De kans dat niet alle partijen instappen is reëel, ook gezien de financiële situatie bij organisaties. Inmiddels is te zeggen dat alle organisaties in het netwerk positief zijn over de ontwikkeling en dat de verbonden partijen intrinsiek (in een bepaalde vorm) graag mee willen doen. In 2024 is verder gewerkt aan de realisatie van de aanpak en zijn de eerste kwalitatieve en kwantitatieve resultaten gedeeld per organisatie. Dit zijn o.a. besparingen ten aanzien van inzet en kosten van inhuur en externe leveranciers. In 2025 volgt een dienstverleningsaanbod met passende financiering in samenspraak met de klanten.
Beheersing
Een aantal klanten heeft de deelname aan de nieuwe aanpak bevestigd. Het risico dat onvoldoende dekking vanuit de klanten wordt gekregen is verkleind in 2024 maar blijft bestaan in en na 2025.
Cybercriminaliteit
Gemeenten zijn een doelwit voor cybercriminelen die financieel gewin willen behalen via diefstal van geld of vertrouwelijke informatie, of die willen ‘verstoren.’ Ook kan belangrijke IT uitvallen. Cyber is een breed risico waarmee veel overheidsinstanties te maken hebben vanwege hun afhankelijkheid van informatietechnologie, connectiviteit en geautomatiseerde processen. Ook wettelijke regulering neemt toe, net als (contractuele) eisen op het gebied van beveiliging, weerbaarheid en (cyber)aansprakelijkheidsverzekeringen. De potentiële cyberincidenten waar wij als gemeente mee te maken kunnen krijgen zijn onder andere:
- Activiteiten van hackers.
- Verstoring van belangrijke IT, waardoor processen en bedrijfsvoering onderbroken zullen worden.
- Opzettelijke handelingen van malafide medewerkers om informatie of geldmiddelen te bemachtigen.
- Ransomware-aanvallen.
- Cyberaanval bij, via of door leveranciers, externen of aanvullende dienstverleners.
- Statelijke actoren die spioneren of willen verstoren.
Beheersing
In technische zin beschermen wij onze belangen onder meer door de inzet van firewalls en systemen die onrechtmatige pogingen om in onze netwerken te komen, detecteren. Onze digitale werkplekken hebben aanvullende beveiligingsmaatregelen gekregen en worden door een zeer gespecialiseerd security team continu bewaakt. Gebruikers verkrijgen alleen onder bepaalde voorwaarden toegang en zij gebruiken een zogenaamde twee-factor methode om in te loggen. Onze backup- en restore procedures zijn aangescherpt, alsmede de wijze waarop we kwetsbaarheden van onze infrastructuur in kaart brengen en oplossen.
Onze organisatie is en blijft gebaat bij een effectief bewustzijn-programma dat gericht is op de verschillende doelgroepen binnen Drechtsteden. Inmiddels wordt invulling gegeven aan de verplichte cursus voor nieuwe medewerkers. In 2024 is een leer-systeem beschikbaar gesteld waarmee onze medewerkers altijd alert kunnen blijven op de nieuwste, steeds geavanceerdere manieren waarmee onze belangen worden aangevallen.
We leren van incidenten van andere organisaties en versterken onze positie op basis van vermijdbare risico’s. Tenslotte versterken we onze weerbaarheid door ons voor te bereiden op een eventueel security incident.
Beschermd wonen
Dordrecht is verantwoordelijk voor de taken op het gebied van beschermd wonen en opvang voor de gehele regio. Wij ontvangen daarvoor een bijdrage uit het gemeentefonds via een aparte decentralisatie-uitkering. Met de regio is een overeenkomst gesloten die afliep per 1-7-2025, waarin is geregeld dat de uitvoering gezamenlijk wordt opgepakt en de financiële voor- en nadelen worden gedeeld. Er lopen gesprekken over een nieuwe overeenkomst en verdeelsleutel. De huidige rijksbijdragen liggen € 10 tot € 15 miljoen per jaar hoger dan de regionale uitgaven. Dat komt enerzijds doordat het verdeelmodel voor deze regio voordelig is en anderzijds doordat de realisatie van meer plaatsen voor beschermd wonen en opvang achterblijft bij de vraag en behoefte. Het Rijk is voornemens om het verdeelmodel aan te passen en de financiering voor opvang via de individuele gemeenten te laten lopen, waardoor dit voordeel geheel of gedeeltelijk kan verdwijnen en nieuwe regionale afspraken nodig zijn. We zien dat er een tekort is aan voorzieningen voor beschermd wonen en opvang, met name in de omliggende gemeenten.
De investeringsbehoefte op korte termijn beslaat enkele tientallen miljoenen. Nagenoeg alle gemeenten, inclusief Dordrecht, gebruiken een deel van het overschot (op korte termijn) om de begroting sluitend te maken. In de Begroting 2025 is voor Dordrecht een overschot van € 3,3 miljoen geraamd, wat op basis van huidige prognoses oploopt naar € 5 miljoen. Zonder investeringen is dat ook voor de komende jaren het geval. Voor 2026 en 2027 is samen zo’n € 4 miljoen in de begroting ingeboekt. Het is onzeker of we dit voordeel kunnen realiseren voor de exploitatie, omdat met de regio wordt ingezet het overschot te benutten voor noodzakelijke investeringen. Daarnaast werkt het Rijk aan herverdeling van de uitkering.
Beheersing
Door een nieuwe verdeelsystematiek voor potentiële overschotten met de regio af te spreken, creëren we een prikkel voor regiogemeenten om naar verhouding bij te dragen aan noodzakelijke voorzieningen. Het maatschappelijk belang om de voorzieningen te realiseren weegt daarbij zwaarder dan het risico van wegvallen van overschotten. In de uitwerking wordt gekeken waar financiële optimalisatie is, zodat de middelen maximaal renderen en het risico kan worden verkleind.
ICT-Beweegt
In februari 2021 zijn voor het programma ICT-Beweegt middelen beschikbaar gesteld door de Drechtraad. Het programma betreft een omvangrijke modernisering van het fundament van onze Informatiehuishouding. De transitie gaat gepaard met onzekerheden over o.a. de doorlooptijd. Halverwege 2024 is het rekencentrum gemigreerd naar faciliteiten van KPN. Hierdoor is grote stap in het risico beheersingsproces genomen. Tot en met 2025 volgt nu een optimaliseringslag die maakt dat wij onze beoogde doelen kunnen gaan halen. Er is een claim opgenomen in de meerjarenbegroting 2023-2026 voor de doorloop van dit programma. Deze claim dekt vooralsnog de al opgelopen vertraging, maar onduidelijk is nog of de financiële middelen voldoende zijn om alle onzekerheden af te kunnen dekken. Die onzekerheden kunnen zijn weerslag hebben op de kosten en daarmee het budget welke door de Drechtraad in februari 2021 beschikbaar is gesteld.
Beheersing
In deze complexe en omvangrijke transitie wordt strak gestuurd en gemonitord op de voortgang van het programma, de projectgelden, (meerjarig) kaderstellend (extra) budget, teneinde de risico's te beperken.