Financieel meerjaren perspectief
De basis van de financiële Begroting 2026 zijn de standen van de Perspectiefnota 2026 die de raad op 15 juli 2025 heeft vastgesteld en de financiële effecten vanuit de Meicirculaire 2025 die eerder via een raadsvoorstel zijn gedeeld.
Na het opstellen van de Perspectiefnota 2026 hebben zich diverse ontwikkelingen voorgedaan die effect hebben op het meerjarig financieel perspectief. Zo zijn de bijgestelde begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen verwerkt, de kapitaallasten geactualiseerd. Een specificatie van alle mutaties die van invloed zijn geweest op het begrotingssaldo zijn opgenomen bij het onderdeel Financiële begroting . Na verwerking van deze ontwikkelingen ziet het financieel perspectief er als volgt uit:
Bedragen × € 1.000 | ||||
Financiële perspectief | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|
Eindsaldo Perspectiefnota 2026 | € - | € - | € - | € 35 |
1. Correcties na Perspectiefnota 2026 | € - | € - | € - | € 305 |
2. Raadsvoorstel Meicirculaire 2025 | € - | € - | € - | € - |
3. Vastgestelde Moties van de Perspectiefnota 2026 | € - | € - | € - | € - |
4. Resultaatseffect ontwikkelingen na Perspectiefnota 2026 | € 140 | € 1.002 | € 1.262 | € 1.878 |
5. Kapitaallast (nieuw krediet) | € - | € -17 | € -17 | € -17 |
Financieel perspectief 2026 e.v. na votering kredieten | € 140 | € 985 | € 1.245 | € 2.201 |
In het begrotingsjaar 2026 is er sprake van een sluitende begroting. In de jaren 2026 tot en met 2029 is sprake van een positiever perspectief ten opzichte van de Perspectiefnota 2026.
Landelijk financiële beeld/rijksbeleid
Na de onlangs gehouden landelijke verkiezingen eind oktober is er nog geen kabinet geformeerd. Effecten die voortkomen uit de te vormen 'nieuwe' kabinetsplannen zijn dan ook nog niet meegenomen tijdens het opstellen van deze begroting. Waar vorig jaar nog sprake was van een financieel uitdagend jaar; zijn door toevoeging van Jeugdzorg middelen en verhoging van het accres, de zorgen voor structureel lagere inkomsten vanuit het Rijk, verschoven in de tijd naar 2028. Recent is de Septembercirculaire 2025 gepubliceerd. De volledige financiële impact voor de gemeente Dordrecht wordt momenteel doorgerekend.
Ombuigingen
Onderdeel van de vaststelling van de Perspectiefnota 2026 is een omvangrijk pakket aan ombuigingsmaatregelen. Vanaf de jaren 2026 tot en met 2029 dragen de maatregelen bij om te komen tot een sluitende begroting. Beginnend van € 4 miljoen aan besparingen in 2026 loopt dit op tot € 15 miljoen in 2029. Om het totale pakket aan ombuigingen te kunnen volgen worden jaarlijks bij de begroting de ombuigingsmaatregelen voor het komende begrotingsjaar weergegeven. Hiervoor is vanaf Begroting 2026 een extra paragraaf aan de begroting toegevoegd, genaamd 'paragraaf Ombuigingen '. In deze paragraaf zal meer zicht gegeven worden over het totaal aan ombuigingsmaatregelen dat effect heeft op het desbetreffende begrotingsjaar. Daarnaast wordt in de paragraaf jaarlijks inzicht gegeven in de ombuigingsmaatregelen met maatschappelijk effect, waarvan besloten is deze te monitoren.
Vermogenspositie
Ook de vermogenspositie is al jaren achtereen gezond. Door dit vermogen in te zetten voor investeringen volgens de Agenda Dordt 2030 . Dat is gewenst omdat het hoge voorzieningenniveau gegeven de sociaal-economische positie van Dordrecht, nog niet kan leunen op structureel voldoende draagvlak om deze voorzieningen waar de inwoners van de stad trots op zijn ook duurzaam in stand te houden. Focus op de realisatie van deze ambitie blijft daarbij van cruciaal belang.
Conclusie
De huidige begroting laat een gezond en structureel sluitend beeld zien over de jaren 2026 en het meerjarenperspectief. Daarnaast is er voor de begrotingsjaren 2026 tot en met 2029 sprake van een structureel positief evenwicht . Het realiseren van een gezonde en robuuste begroting is vooral bereikt door het vaststellen van een omvangrijk pakket aan ombuigingsmaatregelen. Hoe goed en robuust de financiën er ook uitzien, blijft waakzaamheid en behoedzaamheid geboden. Uitdagingen ontstaat mede door:
- Het verschuiven van de financiële opgave door het Rijk naar begrotingsjaar 2028.
- Vanaf 2029 zijn er vervangingsinvesteringen benodigd, deze zorgen vanaf 2030 voor extra kapitaalslasten.
- Het realiseren en uitvoeren van alle ombuigingsmaatregelen zoals ze momenteel zijn ingetekend.
- Daarnaast zijn in het huidige Politiek Akkoord afspraken gemaakt over het tijdelijk versterken van beleid. Vanaf 2027 vervallen de incidentele budgetten hiervoor. Wanneer voortgang van dit beleid gewenst of nodig is, vraagt dit extra geld in de toekomst.
- Tegelijk investeren we in de groei van de stad, zowel in kwantiteit als in kwaliteit (Agenda Dordrecht 2030). Dit doen we om een sterke basis te bouwen en om voorzieningen in de stad te behouden.